Nieuws

Tips om veiliger te rijden in de sneeuw

05 december 2017 - Geschreven door De Standaard

Er is opnieuw sneeuw op komst, en dat gaat traditioneel gepaard met wat verkeersellende. Sneeuw op de weg zorgt tot driekwart meer ongevallen met materiële schade. Het BIVV verspreidt tips om uw wagen heel te houden als je toch de baan op moet.
 
Voor vertrek:

Controleer voor vertrek of je voldoende vriesbestendige ruitenwisservloeistof in je reservoir hebt, zorg ervoor dat de voorruit helemaal sneeuwvrij is en maak ook de lampen goed proper.

Tien goede reflexen die je tijdens je rit best aanneemt:

1- Draag gemakkelijke kledij en comfortabele schoenen: rijden met een dikke winterjas en/of met sneeuwlaarzen zorgt ervoor dat je rit oncomfortabel wordt. Het kan zelfs gevaarlijk zijn, omdat je bewegingen beperkt worden.

2- Blijf kalm onder alle omstandigheden: niemand is echt op zijn gemak op besneeuwde wegen, maar paniek leidt tot niets en zorgt ervoor dat je minder goed gaat rijden.

3- Bij het optrekken moet je geleidelijk versnellen, zeker op een helling. Vertrek in eerste versnelling als er niet te veel sneeuw ligt of als de weg vrijgemaakt is. Als er een laag sneeuw ligt, is het beter om in tweede versnelling te vertrekken.

4- Rijden op sneeuw vereist dat je voorzichtig rijdt: bruuske versnellingen, plotse richtingsveranderingen of plots remmen zijn te vermijden. Elke handeling moet goed gedoseerd verlopen.

5- Verminder je snelheid en probeer een veilige afstand te bewaren met de andere voertuigen, zelfs als je stilstaat. Op besneeuwde wegen is je remafstand drie keer groter als je nog met zomerbanden rijdt (wat niet aan te bevelen is).

6- Anticipeer op de staat van de weg en de onverwachte manoeuvres van de andere voertuigen. Dat is de beste manier om veilig op je bestemming aan te komen.

7- Wees extra voorzichtig op open ruimtes zoals bruggen. Daar is de temperatuur nog lager dan op andere plaatsen.

8- Rem op de motor als je bergaf rijdt, in plaats van met het rempedaal. Zeker in afdalingen is het belangrijk om voldoende afstand te bewaren.

9- Steek de strooiwagens niet voorbij. Door in hun spoor te blijven, verminder je de kans op slippen.

10- Wees extra voorzichtig in bochten. Verminder snelheid vooraleer je ze aansnijdt. Een keer in de bocht, moet je je snelheid aanhouden om de wagen zo weinig mogelijk uit evenwicht te brengen.

Wat doen als je toch begint te slippen?

Het is af te raden om het rempedaal in te drukken of extra gas te geven. Het belangrijkste is om de wagen stabiel te houden: kijk daarom goed in de richting waar je naartoe wil rijden en probeer in die richting te sturen. Kijk in geen geval naar een mogelijk obstakel.